Populatie grutto’s in het Binnenveld op peil


Dit blijkt uit de nieuwe jaarverslagen van de weidevogelgroepen in het Binnenveld, de WBO en de WBW. Het staat in schril contrast met de landelijke trend. Op boerenland in het Utrechtse deel werden vier nesten geteld en in het Gelderse deel 13. Aanvankelijk zag het er niet goed uit. De grutto houdt van vochtige grond en door de droogte aan het  begin van broedseizoen zagen vrijwilligers in het Utrechtse deel dat er grutto’s waren die zich al weer opmaakten om te vertrekken.

Maar de nattere percelen in natuurgebied de Achterbergse hooilanden en de agrarische percelen met plas-dras beheer boden uitkomst. Op de graslanden die onder contract staan om later te worden gemaaid, konden de pullen (jonge grutto’s) groot worden. Ook in het Gelderse deel lijken natuurinclusieve landbouw en natuur elkaar te versterken. Lees daarover in ons nieuwsbericht van 17 september.

De grutto heeft het dus goed gedaan in het Binnenveld. Jaarlijks is er wel variatie in het aantal nesten, maar van een verdere achteruitgang is geen sprake. Dit in tegenstelling tot de landelijke trend. Er zijn nog ongeveer 26.000 broedparen in Nederland, maar elk jaar gaat het aantal grutto’s met 5% achteruit. In juli van dit jaar ontving Nederland daarom een vermanende brief uit Brussel die stelt dat Nederland de grutto onvoldoende beschermt.

De belangrijkste oorzaak van de achteruitgang is het verdwijnen van geschikt broedgebied door het intensieve agrarische gebruik van veel grasland. Daar zijn de overlevingskansen van jonge grutto’s te laag. Nederland moet van Brussel met een plan komen om de verdere achteruitgang tegen te gaan. Agrarische bedrijven vormen hierin de spil. Zonder hen geen weidevogels.

Agrarische bedrijven die rekening houden met weidevogels, door bijvoorbeeld aangepast uitgesteld maaien, nestbescherming, vernatting, grasland met bloemen en kruiden, kunnen rekenen op een vergoeding van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Die vergoedingen zouden overigens verbeterd kunnen worden door ze te baseren de geleverde diensten in plaats van op gemaakte onkosten. Dan worden ze voor boeren pas financieel aantrekkelijk.  

Vindt hier het jaarverslag 2025 van de WBO (Gelderse deel) en hier het jaarverslag 2025 van de WBW (Utrechtse deel).